Een prachtige ontmoeting met een jonge jongen die een saliestick kocht:

'Zooo, respect man, jij bent gewoon de bank te slim af met het coöperatieplan. Je hebt wel vet veel lef om dit te doen.'

Een jonge gast van een jaartje of, hooguit, 20 sloft binnen. Petje op, en zo’n lage heupjeans aan zodat ik kan zien wat voor stoere boxer hij draagt. Hij heeft een postuur dat dat ook nog ruimschoots hebben kan, en dat weet hij ook 😉 . Bovendien heeft hij een mega relaxt aura om zich heen. Onverschillig is zeker niet het juiste woord, maar ik snap dat sommige mensen, die geen 20 meer zijn, deze jongens zo typeren…

Ik help ondertussen een oudere dame en eerlijk is eerlijk… Ik denk dat ie door zijn moeder is gestuurd voor iets… Maar niets was minder waar!

‘Mevrouw, wat verkoopt u hier zoal?’ Hij klinkt oprecht geïnteresseerd.
‘Ik verkoop alles wat je in de supermarkt ook vindt maar dan lokaal en duurzaam.’
Ik hou het bewust heel kort, rekening houdend met de gemiddelde spanningsboog van de jeugd… Wederom een misrekening…

Ik had gerust mijn lange versie kunnen doen want de jongen zegt: ‘Beter mevrouw. We moeten een beetje passen op de aardbol. Ja toch?! Kijk ik bedoel, wie weet nou nog wat bijvoorbeeld vlierbloesem doet?’

Hij wijst de pot aan waar deze gedroogd in zit te wachten om thee te worden. Ik knik hem bevestigend toe en hij vervolgt: ‘Ja man, maar het is best wel moeilijk zeker om dit te runnen? Je moet wel echt hart voor de zaak hebben, wat ik je zeg man.’

Ik vraag hem wat hij doet. Hij studeert retail en ondernemerschap en blijkt vooral iets met de geldstroom te hebben. We praten verder en ik merk steeds meer dat deze jonge jongen helemaal snapt waarom ik me elke dag zo druk sta te maken en risico neem.

Hij praat in zijn heerlijke jongerenzinnen; ik in mijn doorgewinterde activistentaaltje.
We verstaan elkaar prima! Het moet heel grappig zijn om te horen.
Als ik ben uitverteld over de coöperatie reageert hij: ‘Zooo, respect man, jij bent gewoon de bank te slim af met het coöperatieplan. Je hebt wel vet veel lef om dit te doen.’

Ik geef hem gelijk en vind het super om aan hem uit te leggen hoe wij inderdaad ons eerste investeringsgeld terug krijgen als de coöperatie vol komt. En dat wij daarmee de kans hebben om nummer twee en drie en zo verder op te richten.

Te gek om te merken dat hij in één keer snapt dat als ik het concept, bij wijze van spreken, aan hem zou verkopen hij naar de bank moet om geld te lenen. Daarmee is hij slaaf van het financiële circuit geworden. En bovendien heeft hij dan virtueel geld geleend dat hoog in de economie terugstroomt. Door het aan de klanten in veel kleine stukjes zelf te verkopen komt er niet méér geld bij maar gebruiken we echt geld, dat laag in de economie al aanwezig is, gewoon opnieuw.

Als het aan mij ligt komt er nooit meer een bank die verdient aan geld dat niet eens echt bestaat, maar dat wij wel met rente moeten terugbetalen. En laat het nou net aan mij liggen in dit geval.😉

Zijn oog valt op de schelp met de saliestick van de Tuin_van_de_toekomst ‘Verkoop je die ook los?’

‘Nee’, zeg ik met een knipoog. ‘De schelp krijg je er sowieso bij. Dat is een gift van moeder natuur. Neem maar een foldertje mee dat er bij zit. Dan snap je nog beter wat voor waardevols je meeneemt.’

‘Wow, cool dit!’ Zijn stoere onaantastbare uitstraling wijkt even iets om zijn ontzag de ruimte te geven. Hij maakt een vuist en tikt er als volwaardig rapper mee op zijn borst. ‘Respect’ Hij zegt het zacht en kijkt onder zijn pet naar mij en ik zie inderdaad eerbied.

En wij zien elkaar…

Mijn dag kan niet meer stuk. Dit soort ontmoetingen… Ik doe het ervoor! De jeugd en de toekomst. Met jongens als deze komt alles echt nog helemaal goed.