'Je hebt een lichaam, je bent het niet.' Hij zei dat als hij uitlegde niet bang te zijn voor de dood; 'Dood zijn betekent dat je je lichaam niet meer hebt, maar niet dat je niet meer bestaat.'

Het was 1992. Robert en ik draaiden al twee jaar om elkaar heen. Vanwege zijn beperkte levensverwachting en het feit dat hij nooit zelf kinderen zou kunnen krijgen, vond hij een echte relatie geen optie. Robert had taaislijmziekte (CF).

Hij had me zelfs aangemoedigd in mijn brieven-verkering met Ronny. Maar Ronny woonde in Friesland, en ik in West-Brabant. Voor de zeventienjarige die ik toen was, was die afstand te groot om er echt iets van te maken. De brieven-verkering eindigde uiteindelijk toch.

Op dat moment zag Robert zijn kans, want de klik tussen ons was simpelweg te groot om de liefde geen kans te geven. Inmiddels had ik zijn leven al twee jaar vanaf de zijlijn bekeken, dus ik wist enigszins wat mij te wachten stond: geen standaardrelatie, vooral door de grote rol die het ziekenhuis in Roberts leven speelde. Als hij niet in het ziekenhuis lag, was hij bezig om ervoor te zorgen dat dat zo bleef. Gezond eten, veel bewegen en ontspanning waren belangrijke elementen. Ondanks zijn inspanningen waren er toch regelmatig onverwachte wendingen in zijn gezondheidstoestand. Dat zorgden voor spannende uren, dagen of zelfs weken. Een heel ander leven dan een gemiddelde twintiger normaal gesproken leidt.

Maar onze levens vermengden zich als vanzelf vanaf de eerste zoen, kenmerkend was wel dat we ieder onze zelfstandigheid behielden.

‘Geluk zit in jezelf; door het met iemand te delen wordt het meer, maar je geluk is niet weg als de ander wegvalt.’

Dit was ons uitgangspunt om tóch een relatie te kunnen beginnen. We wilden niet emotioneel van elkaar afhankelijk worden. Want we wisten bijna zeker dat we ergens, als mijn leven net op gang zou zijn gekomen, al afscheid zouden moeten nemen. Pas toen we merkten dat we beiden voor zelfstandigheid gingen en een uitgesproken idee hadden over wat “Pluk de dag” voor ons betekende, kon de liefde tussen ons stormen. Als we ieder uit onze eigen bron konden blijven leven en dát met elkaar konden delen, werden we niet symbiotisch, maar juist synergetisch.

En dat werd het! We hebben zestien prachtig jaren een gezamenlijk aards bestaan gehad. Een onvergetelijke en onbetaalbare tijd waarin we samen steeds meer begrepen over het leven én de dood. We hebben dat, zo veel als ons lukte, proberen te delen met onze omgeving.

Toen Robert in 2006 stopte met werken omdat de focus op zijn gezondheid inmiddels een fulltime job was geworden, begonnen we daarom een website om de mensen om ons heen te informeren. We kozen voor wijplukkendedag.nl (plukdedag.nl bestond al, en wijplukkendedag.nl vonden wij een leuke actieve variant 😉 ) om te beschrijven hoe wij het verloop van het leven beleefden. Het was enerzijds een medische beschrijving, maar vooral een weergave van hoe wij met die feiten omgingen.

Een veelgebruikte uitspraak van Robert legden we bijvoorbeeld uit: ‘Je hebt een lichaam, je bent het niet.’ Hij zei dat als hij uitlegde niet bang te zijn voor de dood; ‘Dood zijn betekent dat je je lichaam niet meer hebt, maar niet dat je niet meer bestaat.’

Heel eerlijk gezegd kon ik destijds nog niet zo veel met die woorden. Pas toen het moment echt daar was, kon ik voelen dat hij gelijk had.

Pluk de dag was voor ons niet plat in de zin van: “Als we het maar leuk hebben.” Nee, het ging om iets anders, om hoe je elke dag kunt maken tot iets waar je ten diepste tevreden over bent. Klein geluk delen zodat het groter wordt. Samen grote klussen klaren. Iemand helpen gewoon omdat je het kan, zonder iets terug te willen krijgen. In de zwarte sneeuw die ene witte vlok zien en weten die te vermenigvuldigen. Kortom, Pluk de dag betekende voor ons elke dag nemen zoals die komt en daar dan iets goeds van maken binnen het grotere geheel waarvan we deel uitmaken.

Zo leefde ik verder vanaf 2009. Ik rouwde op een atypische manier met deze oogst op zak. Want naast verdriet voelde ik vooral liefde, liefde voor het leven in de breedste zin van het woord. Want dood zijn betekent ‘slechts’ dat je je lichaam hebt losgelaten; leven betekent dan dus dat je dat lichaam tot je beschikking hebt en er iets mee kunt doen. Het voelde alsof ik als een pijl uit een boog werd gelanceerd om dát dan ook te blijven doen.

Zeven jaar later kwam ik Ronny weer tegen. Het leek zo logisch om samen de draad op te pakken, juist omdat ook hij zijn eerste vrouw had verloren in 2008. Te toevallig toch?

Toen Ronny zijn wens deelde om de ouderwetse buurtsuper, die zijn ouders noodgedwongen moesten sluiten in de jaren ’60, nieuw leven in te blazen, moest ik even nadenken over hoe dat zou passen bij mijn wensen. Want ik was van alles, maar zeker geen winkelier. Maar na verloop van tijd ontstond het plan voor Jouw Dagelijkse Kost: een winkel met een gezond assortiment waar de mens centraal staat.

We starten het op als partners maar werden n de loop der tijd zaken-partners. We hadden ieder toch te verschillenden bagage in de rugzak om ook de liefde te delen. We hadden elkaar wel nodig om Jouw Dagelijkse Kost te starten. Ook weer een prachtige opbrengst van de liefde dus!

Dat de winkel er nu niet meer is, is erg jammer. Ronny heeft zijn oude werk weer opgepakt, ik ben bezig om een nieuwe vorm te vinden die werkt. Want dat er een nieuwe vorm zal ontstaan is logisch: Jouw Dagelijkse Kost is immers de oogst van het “wij plukken de dag”-leven met Robert. Die oogst was overvloedig en zal ook in de toekomst blijven doorwerken. Dat kan gewoon niet anders. 😉

Sluit jij misschien wel aan bij de nieuwe samen-winkel?