... En dat kan niet als wij in het rijke westen de grondstoffen tot onbetaalbare eindproducten maken. Ik durf wel te stellen dat die manier van handelen verkapte moderne slavernij is. Dat kan dus veel beter!...

‘Jullie verkopen toch producten die je rechtstreeks inkoopt van lokale boeren? Wat doet die kokosolie dan in de shop?’

Die vraag wordt vaak gesteld. Ook als het over bananen of sinaasappels gaat. Gelukkig weten steeds meer mensen wat de afweging is en begrijpen dat het heel belangrijk is om de, pakweg, 80% die we inderdaad uit eigen regio inkopen min of meer veilig te stellen. En dat we met die 20% exoten ook boeren van verder weg steunen zoals we onze eigen boeren steunen.

Het klinkt allemaal wel heel feel good hè? Toch werkt het wel zo.

Rozemarie Merz en Abeltje Veldkamp zijn in het geval van de kokosolie en de cashewnoten uit Benin een onmisbare schakel om deze eerlijk lijn Tussen Benin en Noord Nederland op te zetten.

De twee producten zijn uiteraard ontstaan zonder gebruik van kunstmest en pesticide. Van grootschalige plantages is ook allerminst spraken. Daar letten Rozemarie en Abeltje wel op. Maar eigenlijk hoeft dat nauwelijks want in Benin piekeren ze er niet eens over om zo diep in te grijpen in de natuur.

Zij hebben in 2014 Stichting Ben-in-conectie opgericht met als doel onder meer micro financiering te organiseren op een crowdfund manier.

Hierdoor kon Armel Ahimakin zijn bedrijf HR TED oprichten waarmee hij de kokosolie produceert. Bij een bank kreeg hij dit niet voor elkaar. Dan zou hij niet verder komen dan het ruwe product te laten opkopen door een westers bedrijf die vervolgens de meeste waarde aan het product zou toevoegen en het verder over de wereld zou verspreiden.

Maar het is juist zo belangrijk dat de verwerking van dit soort producten ook in het land van herkomst plaatsvinden. Daardoor stroomt het geld veel eerlijker over de wereld. Die olie moet bovendien voor het grootste deel ook daar verkocht kunnen worden. En dat kan niet als wij in het rijke westen de grondstoffen tot onbetaalbare eindproducten maken. Ik durf wel te stellen dat die manier van handelen verkapte moderne slavernij is. Dat kan dus veel beter!

Door het kleine zetje dat Armel kreeg via de stichting was hij zelfs instaat om een tweede bedrijf, MM Lekker, op te richten. Hiermee koopt hij in eigen land cashewnoten, sheabutter, pinda’s en sojabonen, hij laat  ze door de lokale bevolking verwerken en verkoopt ze weer. Zo zie je gelijk hoe het werkt. Armel is geholpen bij het opzetten van een eerste bedrijf, nu heeft hij al een tweede en zorgt hij op zijn beurt dus weer voor de eigen bevolking daar. En bovendien blijven de producten ook betaalbaar voor de mensen in Benin zelf.

Het vliegwiel is aangegaan door een kleine investering.

Armel was laatst in Nederland op bezoek bij ons in Leek. Hij gaf ons een prachtig beeld. Het is het nationale symbool van Benin. Het is een drinkbeker met gaten waar je dus eigenlijk onmogelijk uit kunt drinken. Maar, zo stellen ze in Benin, als je hem op de juiste manier met elkaar ondersteund kan iedereen een vinger in één van de gaten doen. Zo maak je samen het onmogelijk mogelijk: drinken uit een beker vol gaten.

Doordat wij op deze manier producten van verder weg verkopen aan jou als aanvulling op dat wat onze eigen boeren hebben dragen we bij aan een eerlijkere verdeling van geld, grondstoffen en voedingsmiddelen.

Het lijkt in het economische systeem wellicht onmogelijk om op deze micro manier producten te vermarkten. Maar het kan dus wel. Als wij maar tevreden zijn met de producten die we hier hebben en niet alleen maar kokosolie willen om in te bakken maar onze eigen roomboter hiervoor te gebruiken en af en toe afwisselen met kokosolie bijvoorbeeld. Want als wij alles opkopen kunnen ze elders op de wereld hun eigen producten niet kopen. En ook daar telt dat uit eigen regio eten het meest gezond is voor de aardbol maar ook voor de mensen die daar wonen. Zo heeft de natuur het geregeld voor alles dat leeft: daar waar je bent vind je het voedsel dat je nodig hebt in de condities waarin je leeft. Het is niet toevallig dat er in de tropen andere dingen groeien dan aan de Waddenkust 😉

Dus als je ook als consument de 80/20 regel toepast in je boodschappenmandje dan verbeter je dus ongemerkt de wereld. Prachtig toch om daaraan me te werken?

Koop jij ook op al op deze manier in? Vind jij het interessant om op deze manier te kijken naar je inkopen?