Het was Esther die nietsvermoedend lekker aan het rondsnuffelen was in de winkel. Simone, de leverancier van de emmers om bokashi mee te maken, kwam binnen gelopen. Ze vroeg, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, of ze even aan de emmer mocht ruiken.
Ik zei: ‘ja natuurlijk mag dat’. Want voor mij is het de normaalste zaak van de wereld dat zij dat vraagt. Zij is namelijk specialist in bokashi, dus ik was wel heel benieuwd of mijn ‘lasagna’ (zo noemen Ronny en ik het onderling in verband met de laagjes die je moet bouwen) een beetje de goede kant op ging.
Nou en het rook best volgens Simone. Beetje zuur, en zo hoort het te zijn. Helemaal goed dus!
Ik zie dat Esther’s mond is opengevallen over de conversatie die wij hebben over zure emmers met ‘lasagne’ en dat dat dan goed zou zijn. Wat in hemelsnaam spoken wij uit in die emmers??? Ik zie aan haar gezicht dat ze voorlopig niet bij ons wil aanschuiven om een hapje mee te eten als ik dat zou aanbieden.
Hoogtijd om het uit te leggen dus.
Want bokashi maken is een Japanse manier om iets goeds met je voedselresten te doen. Gooi je het in de groenbak dan moet je maar hopen dat de vracht waarin jouw containerinhoud zit van voldoende kwaliteit is om tot goede compost te worden. Je kunt het ook zelf op een composthoop gooien als je die zou hebben, maar heel veel huishoudens hebben hier geen ruimte en gelegenheid voor.
Dan is de bokashi emmer-set een super oplossing! Bokashi is een bodembemester. Het ontstaat door een fermentatieproces. Het werkt net even anders dan compost. Compost is voeding voor de plant die je wilt laten groeien en bokashi is voeding voor de bodem waarin je die plant wilt laten groeien.
Het werkt met het maken van bokashi eigenlijk heel simpel. Ik leg het Esther als volgt uit (in werkelijkheid is het complexer, maar het gaat nu even om het globale idee te snappen zodat ze niet langer denkt dat wij compleet gek zijn geworden):
Je hebt 5% ziekmakende bacteriën. En je hebt 5% gezondheid ondersteunende bacteriën. De overige 90% is neutraal en gaan de twee uiterste groepen steunen. Als je bokashi maakt voeg je steeds een laagje geënte tarwezemelen toe. Die tarwezemelen zijn geënt (zeg maar, positief besmet) met die 5% gezondheid ondersteunende bacteriën. Hierdoor komt er dus een fermentatieproces op gang in de emmers en dat ruikt dus inderdaad wat zuur. Net zoals het zuur van een zuurdesem brood of het zuur van zuurkool. Er ontstaat dus iets van jouw afval dat je bij wijze van spreken nog steeds zou kunnen eten.
Enne de term lasagne is dus gewoon misplaatst hier hoor. Het is spreekwoordelijk bedoeld omdat je dus steeds een laagje van die zemelen moet strooien en dan weer een laagje groen. Laagjes dus net als in een lasagne. Geen zorgen dus, ik schotel het mijn gezin niet voor. Maar ik schotel het, bij wijze van spreken, de bodem van de tuinen dus wel heel graag voor.
Want de bodem geniet wel van de delicatessen die wij maken met de groentes die helaas niet op tijd verkocht konden worden.
Zo is de cirkel toch weer rond en voorkomen we voedselverspilling. Sterker nog, we verbeteren de bodem voor de toekomstige groente. Een opwaartse spiraal dus!
Maar het spreekt voor zich dat wij toch nog steeds het allerliefst onze groente bij iemand op zijn bord krijgen. Dat zal iedereen helder zijn. En weten jullie nu ook waarom wij haast geen gewoon afval hebben in onze winkel.
En Esther? Nou die heeft nu dus zo’n set thuis staan. 😉 Wil jij dat ook? Kom dan gerust even langs, dan mag jij ook even aan de emmer snuffelen voordat je een set koopt. 😉