Eens in de zoveel tijd bellen we elkaar. Even ons hart luchten, omdat we elkaar niets hoeven uit te leggen. Ze heeft vorige week in de krant gestaan met een stuk met een uitdagende kop. En dat lijkt mij meer dan goed, want nu kreeg ze een stem die gehoord kon worden!
In het openbaar praten we vaak over de boeren, tuinders en verwerkers die we zien zwoegen om hun werk zó te doen dat we deze planeet nog enigszins fatsoenlijk kunnen doorgeven. Ze houden vaak het hoofd maar net boven water.
Waar we het zelden over hebben — althans, publiekelijk — is ons eigen gezwoeg: het aan de man brengen van die producten. Om het maar even zwaar te zeggen: wij vangen de klappen op wanneer de consument ons ‘te duur’ vindt.
En daarom bellen we elkaar. Want de steun voelen van een ‘sister in crime’ is onontbeerlijk om het vol te houden.
Wat zou het de korte keten helpen als overheidsgeld wél terechtkomt bij de voedselproducenten die het goed doen. En als wet- en regelgeving wél voor deze categorie voedselproducenten gemaakt zou zijn.
Neem Doetie’s Geiten als voorbeeld. Op haar website staat:
“Door trage en onduidelijke regelgeving blijven vergunningen uit die in principe al zijn goedgekeurd.
Intussen krijgt Doetie te maken met handhavingsmaatregelen en dreigende dwangsommen.
Als deze situatie voortduurt, loopt zij het risico haar geiten en haar levenswerk te verliezen.”
Het mag toch niet zo zijn dat een kleine, gezonde en natuurvriendelijke boerderij ten onder gaat aan bureaucratie?
Sinds ik een eerste project voor de gemeente Groningen mag doen, heb ik een beetje invloed op waar het geld van dit project naartoe gaat. En ik zie hoe groot de kloof is tussen beleid en praktijk. Er is een enorme informatieachterstand – zowel ambtelijk als bestuurlijk. Initiatieven die al jaren bestaan, zijn vaak nog steeds niet goed geworteld, terwijl er telkens weer geld gaat naar nieuw, laaghangend fruit.
Maar dat fruit kan niet blijven groeien als de wortels – de bestaande bedrijven – geen steun krijgen en dreigen te verdwijnen.
Kortom: bedrijven met een maatschappelijk doel krijgen te horen dat overheidsgeld ‘niet voor hen is’. Maar juist daar zou het geld wél naartoe moeten. De eerste ondernemer die rijk wordt van de korte keten moet nog geboren worden.
Dus:
💸 Jij als burger – Blijf met je portemonnee laten zien wat jij belangrijk vindt. Daarmee krijgen we samen deze beweging beter op de politieke agenda.
🏛️ Jij als ambtenaar of bestuurder – Ben je geraakt door de kop van Sandra’s artikel? Neem dan contact op. Juist omdat wij de praktijk zo goed kennen, zien we hoe we samen het verschil kunnen maken. Met een beetje steun van de overheid, en heel veel inzet van boeren, tuinders, verwerkers, vervoerders, winkels én een leger vrijwilligers bouwen we aan een gezonde, duurzame, gifvrije voedselketen – die ook over 100 jaar nog werkt.
Wat kun je doen?
– Word klant in de korte keten. Kies bijvoorbeeld voor De Streekboer, de biologische markt of lokale voedseltuinen waar je lid van kunt worden.
– Voor je aanvullende boodschappen: kies voor Odin of Hofweb.
– Of sluit je aan bij een initiatief om een eigen winkel te starten, samen met anderen. Een plek waar we al deze initiatieven verbinden en versterken. Want een winkel is zóveel meer dan alleen een plek om boodschappen te doen. Je kunt er anderen ontmoeten en leren over voedsel.
Dus nogmaals: kom in actie!
👉 Jij als klant: kom in actie en kies bewust voor het alternatief van de gangbare supermarkt.
👉 Jij als ambtenaar of bestuurder: kom in actie en luister naar ons verhaal en onze ideeën voor de toekomst.
Samen komen we er. Echt!